In een dierenverblijf zit een aap. Hoewel de ruimte groot is en ingericht voor apen, is de aap toch behoorlijk neurotisch geworden daar. Hij vliegt tussen de takken en lianen door, terwijl hij om zich heen grijpt naar houvast. Hij springt op de grond en grijpt naar alles wat hij daar vindt. Een banaan, die houdt hij goed vast, een apendrol, die pakt hij even beet, brengt hem naar zijn neus, en gooit hem dan weer weg. Daar springt hij weer omhoog, van links naar rechts over een grote boomstronk. Hij grijpt naar alles wat ie tegenkomt. Heen en weer in de kooi, van het een naar het ander.
Die aap, dat is je geest. Let maar eens op hoe die ook grijpt, van de ene gedachte naar de andere. Hier onderzoekt hij iets, daar verwerpt hij alweer wat. Van links naar rechts, van boven naar beneden, hij springt van hot naar her, en jij moet wel mee; het zijn immers jouw gedachten?
Maar is dat eigenlijk wel zo? Wie is hier nou eigenlijk de baas?
Een gekke aap of jij?
Om de baas te worden kunnen we trainen en dat heet meditatie.
Elke dag naar de sportschool voor de geest.
Opdat we steeds makkelijker de aap de baas worden.
Probeer maar eens je geest ergens op te richten. Dat lukt, maar na heel even begint de aap om zich heen te grijpen en voor je het weet is ie al weer aan de haal met een liaan. Gedachtes komen in je op en nemen je mee.
De kunst is nu om de aap terug te roepen. Kijk eens hier, beste aap, wat heb je daar? Mooi, maar kom maar hier, bij mij en laat de rest maar los.
De metafoor van de aap komt niet van mij, maar wordt vrij algemeen gebruikt in dit verband.